De avonturen van Egidius, de gefrituurde necrofiel (deel 2): De vier sleutels

Een tijdje later kwam Egidius blijgezind en vrolijk zingend de bosjes uit. En toen zag hij plots hoe Mornedlorien geheel naakt vastegketend was aan een boom, een Deense Esp van een goed jaar om precies te zijn. "Wat gebeurd er daar? " vroeg Egidius vol nieuwsgierigheid. Mornedlorion, die zich wel wat schaamde om daar zo weerloos aan een boom geketend betrapt te worden, zei vol schroom "Haefennasien heeft me met die zweepslagen weten te verleiden tot een sm spelletje, en nu heeft ze me hier achtergelaten"

"Ach, arme elf!" riep Egidius uit, de handen ter hemel heffend. "Hoe heb je je zo kunnen laten doen? Maar vrees niet, goede gastheer, ik zal uw listige metgezel opsporen en haar met een al even listig plan de sleutel ontfutselen"

" Je intentie is goed, jongman" verzuchtte Mornedlorion, "Maar helaas! Haefennasien heeft het sleuteltje ingeslikt, om te voorkomen dat ik gered zou worden!Ik ben er zeker van dat ze op dit eigenste moment ergens in de buurt zit te gniffelen bij het aanschouwen van mijn leed!" "Waarom,vraag ik je, hou je je dan nog op met zulk een gezel? "vroeg Egidius, niets begrijpend van de zieke geesten van de elfen, en van de meester-slaaf verhouding.

Maar nog voor Mornedlorion hier een wijs antwoord op geven kon, weerklonk er gelach in het bos. Denkende dat het de listige Haefennasien was, trok Egidius zijn zwaard en sloop behoedzaam in de richting van het geluid. Doch het bleek niet Haefennasien geweest te zijn die daar al zingend en klingend door de elfenbossen was geschreden, maar wel een heel ander figuur. Op het eerste gezicht leek het Egidius wel een bovenmaats geschapen duif toe, doch nader onderzoek leerde hem dat het wat anders was . De gezegende vlo misschien? Egidius wist het niet, en omdat het er toch niet al te gevaarlijk uitzag, besloot hij het beleefd te vragen. "Gegroet oh Heer!Ben ik in mijn onrecht u aan te spreken met de vraag wie u bent?"

De gedaante spuwde op de grond en zei met schorre stemme " Zwijgt, gij idioot! Ziet gij dan niet wie ik ben??!!" Egidius schrok "Maar, maar,... U bent het, de baas van de Aldi!!!" "Nee idioot, ik ben de gezegende vlo, maar ik heb een grote wc bril op mijn hoofd gezet omdat ik wel van variatie hou. Wat van jou niet te zeggen valt, als ik je kleren zo eens bekijk." zei de gezegende vlo vol afschuw. Egidius liep rood aan van woede. Hij had deze kleren vorige zomer nog in de Wibra gekocht en de gezegende vlo sprak er neerbuigend over alsof hij ze al jaren had. En iemand die zijn kleren beledigde, dàt kon Egidius niet dulden.Bij gebrek aan een handschoen om de gezegende vlo voor de voeten te werpen , wierp hij dan maar zijn gehele outfit, aangezien hij niet moest vrezen dat de gezegende vlo ermee aan de haal zou gaan, aangezien die zich blijkbaar enkel leek ze hullen in wc brillen van hoogstaande kwaliteit en ander moois.

" Ziehier, ik daag u uit, gij beledigende schelm! Uw gezegendheid is mij niets waard!" sprak Egidius, en nog voor zijn tegenstander de wc borstel kon trekken, had hij die reeds uit diens handen geslagen en ontroofde hem van de wc bril.

De gezegende vlo, naakt, vernederd en in het nauw gedreven, kroop tegen een boom aan en smeekte voor zijn leven. "Je leven zal ik sparen, snoodaard, maar je zal me een gunst verlenen. In de situatie waarin je je nu bevindt, zal je je zeker kunnen inleven in de situatie van mijn gastheer Mornedlorion. Hij is nu vastgeketend aan een boom en de enige sleutel die hem kan verlossen is in het bezit van Haefennasien, zijn listige gezel. Ik weet niet waar haar te zoeken, maar gij zult deze elfen bossen beter kennen dan ik, en daarom zult gij mij bij haar brengen en mij helpen de sleutel , die zij heeft nu in haar maag draagt, te bemachtigen." Aldus sprak Egidius: moedig en onversaagd.

"Ik zal je je zin geven, merkwaardig reiziger, hoewel sterk tegen mijn zin. Haefennasien vinden zal geen probleem zijn ; die bevind zich hoogstwaarschijnlijk bij het beeld van de Grote Dildo, alwaar zij zich elke dag meerder keren verhaalt om offers te brengen. Maar die sleutel uit haar maag krijgen, dat zal wat anders zijn. Ik zal tot diep in haar ingewanden moeten dringen met mijn wc borstel, en hij was net nieuw. Maar goed , jij je zin. " Na deze woorden gingen Egidius en de gezegende vlo op weg naar het beeld van de Grote Dildo.

Na flink gestapt te hebben, kwamen ze aan een rivier, de Huine Lumé, en voor de brug stond daar een vrouwe. Toen zij de brug wilden oversteken , hield de vrouwe hen tegen ."Halt!" sprak zij, "Papieren!" "Papieren, o vrouwe? " vroeg Egidius verbaasd. " Inderdaad jongmens, zonder papieren mag u deze brug niet oversteken; slechts voor hen die zich als vrouwelijke elf kunnen identificieren, staat de brug open." zei de vrouw streng.

-" En wie vraagt dit van ons, oh geheimzinnige vrouwe? " -"Mijn naam is Eressea, en ik sta rechtstreeks in dienst van de Grote Dildo. Ik ben de beschermster van zijn domein." -"Begrijp ons vrouwe, wij zijn noch elfs, nog vrouwelijk. Toch moeten wij de rivier oversteken. Wij zoeken namelijk Haefennasien, de listige elf. Zij heeft de sleutel ingeslikt van de boeien waarmee Mornedlorion aan een boom geketend is. Wij moeten hem bevrijden!!" -"Idioten ! Hoe weet je nu of Mornedlorion bevrijd WIL worden? Ik zie dat gij geen elf zijt, gij snapt er werkelijk niets van. Daarom zal ik u niet doorlaten."

Zij ging wijdbeens voor de brug staan, met de armen over elkaar geslagen, klaarblijkelijk niet van zinne om het tweetal over te laten steken, noch om Haefennasien voor hen te gaan halen. Daarom nam Egidius het wijze besluit om rustig te wachten tot Haefennasien zou wederkeren.

En wachten deden zij, wel 7 lange dagen en nachten. En het was na die 7de dag dat de gezegende vlo plots iets bemerkte aan de riem van Eressea: vier sleutels, schoon en glanzend. "Eressea, "zo vroeg hij, "waartoe dienen die sleutels aan je riem? " "Dat? Oh , dat is een andere bijverdienste van me. Eigenlijk ben ik tevens de bewaarster van de sleutels van Water, Vuur,Aarde en Lucht." vertelde zij , achteloos met de doorschijnendste sleutel spelend.

Maar toen werd haar gezicht bitter en zij schreidde hete tranen. Want, zo vertelde zij, dit waren niet de echte sleutels van Water, Vuur, Aarde en Lucht. Dit waren slechts ordinaire replica. Want de vier sleutels waren reeds lange tijd geleden gestolen, en sindsdien onvindbaar. "Maar," vroeg Egidius verschrikt, "wat betekent dat dan voor de mensheid?" "Wel," zei Eressea verbitterd,"als zij vOOr de geboorte van het Duister niet weergevonden zullen worden, dan zal, dan z-zal-" verder raakte zij niet, want nu werd haar verhaal door geweldig snikken overstemd. Na zich door Egidius gekalmeerd te laten hebben, ging ze eindelijk verder: "Als de vier sleutels niet teruggevonden worden , en weer bij mij, de bewaakster van hen en van de Grote Dildo zijn, dan zal geen mens, elf , fruitcake of enig ander wezen ooit nog klaarkomen."

"WAT???!!!!" riepen Egidius en de gezegende vlo uit, en kwamen terstond klaar. Het Duister was dus nog niet geboren. "Zo staan de zaken ervoor" zei Eressea, treurig het hoofd schuddend. " En , zo wordt verteld, de sleutels kunnen slechts teruggevonden worden door een groep seksueel bijzonder gedreven mensen, onder aanvoering van de grootste pervert die deze wereld ooit gekend heeft. Wie hij is, is ons niet bekend. Er wordt gezegd dat hij te herkennen zal zijn aan de afmetingen van zijn lid."

Trots en glunderend als een echte schavuit liet Egidius zijn broek zakken, en warempel! De plotse blije uitroep van Eressea viel niet mis te verstaan. "Dappere ridder, ik wist wel dat iemand met zo'n geduld en edelmoedige trekken als gijzelve de gezegende moest zijn. Gij zijt onze redder! Kies uw metgezellen zorgvuldig uit en ga op tocht! Het Duister heeft elke sleutel verstopt op de plaatse van zijn eigen element. De rode Vuursleutel zal in vuur verstopt zijn, en slechts bij de meest hete vlammen te voorschijn komen. De sleutel van Water zit verborgen in het water, en de meest hevige zeestorm ooit zal moeten opgewekt worden om hem te bemachtigen. Voor de sleutel van Aarde zal de grootste aardschok ooit teweeg moeten gebracht worden, en voor de Luchtsleutel zult gij de winden moeten aanroepen, winden, zoals ze nog nooit eerder gehoord of gezien zijn." De gezegende vlo lachte zachtjes bij dit laatste, maar Egidius, die wilde laten zien dat hij het serieus meende, gaf hem snel een por en boog edelmoedig het hoofd.

"Dit, dappere Eressea, zal ik doen. Al deze gevaren zal ik doorstaan. Maar eerst moet ik Haefennasien zien te vinden, want van haar en van haar alleen kan ik de sleutel terugkrijgen die ik nodig heb om Mornedlorion te bevrijden." "Het zij zo, edele ridder. Ik zal Haefennasien voor u roepen." En warempel! Daar kwam zij reeds aangeschreden, en volgde Egidius en de gezegende vlo op weg naar Mornedlorion, waar zij het verhaal over de sleutels te horen kreeg. En zo werd zij de eerste van de gezellen die Egidius zouden vergezellen op zijn queeste naar de 4 Sleutels. (eigenlijk was de gezegende vlo de eerste, maar met een flinke knie op de juiste plaats wist Haefennasien hem ervan te overtuigen die titel aan haar af te staan)

Toen zij aankwamen bij Mornedlorion, die ondertussen al van een mooi felgroen kleurtje voorzien was, reikte Haefennasien in haar lichaamsholten en haalde triomfantelijk de sleutel te voorschijn. Zo werd Mornedlorion bevrijd en ingelicht over het avontuur dat hen te wachten stond. En zo werd Mornedlorion de tweede metgezel van Egidius (na een flinke rechtse, die nog verbazend goed was als men bedenkt dat hij reeds 7 lange dagen en nachten met zijn arme omhoog had gehangen, waaruit alleen maar af te leiden viel dat hij dit méér gedaan moest hebben), en de gezegende vlo werd aangesteld als derde metgezel van Egidius, vierde in het gezelschap, en hij werd in ere hersteld met zijn wc bril en kon ook zijn wc borstel , een vernuftig wapen, weer bekomen.

Google